Verscheen als opiniebijdrage in De Morgen van 5 maart 2020.
De overheden en sociale zekerheid geven in België 52% van het BBP uit. Dat is naar internationale standaarden erg veel. Die hoge uitgaven zijn de uitkomst van de hoeveelheid diensten die de overheid aanbiedt, en de efficiëntie waarmee ze dat doet.
Andreas Tirez en Stavros Kelepouris toonden vorig jaar in deze krant, al aan dat de verschillen internationaal veel kleiner worden als we controleren voor de manier waarop dezelfde diensten betaald en/of georganiseerd worden. De meeste OESO-landen besteden bv. een gelijkaardig aandeel van hun inkomen aan gezondheidszorg, maar er zijn grote verschillen in het aandeel persoonlijke bijdragen. Een kind hoger onderwijs laten volgen in Nederland of het VK kost u een veelvoud in vergelijking met België. Wel blijkt dat Belgen voor hun hoge uitgaven in vergelijking vaak middelmatige kwaliteit krijgen.
OpenVLD parlementslid en kandidaat-partijvoorzitter Egbert Lachaert stelt in zijn boekje een harde bovengrens op onze overheidsuitgaven voor:
Liberalen zouden in de Grondwet of een bijzondere wet moeten laten inschrijven dat het overheidsbeslag nooit hoger mag zijn dan 50%. De Belg kan niet verplicht worden gemiddeld meer voor alle anderen te werken dan voor zichzelf.
Zelfs voor een politiek manifest is dat laatste een vreselijke karikatuur. Iedere burger/belastingbetaler kan in mindere of meerdere mate rekenen op overheidsdiensten in de vorm van verzekeringen, publieke goederen, enz.
Maar is die 50% dan geen goed maximum voor onze overheidsuitgaven?